De Vogel Ryd
Fochteloo
IJstijd In lang vervlogen tijden, ver vóór de eerste bewoning en het oerbos, toen de laatste ijstijd zich terugtrok, bleef een grote onbewoonbare woestijn van keileem achter. De sterke wind had vrij spel en zette zand af op d...
Neem alvast een kijkje
IJstijd
In lang vervlogen tijden, ver vóór de eerste bewoning en het oerbos, toen de laatste ijstijd zich terugtrok, bleef een grote onbewoonbare woestijn van keileem achter. De sterke wind had vrij spel en zette zand af op die keileemlaag, heel veel zand. Door de temperatuurstijging smolt de enorme ijskap en steeg de zeespiegel. Het water kon niet meer afstromen en bleef hangen tussen de beide beekdalen, waaruit de huidige Tjonger en de Linde zijn ontstaan. Daartussen ontstond moeras. Eeuwenlang groeiden en bloeiden er massaal moerasplanten die afstierven, gedeeltelijk verteerden in het drassige zuurstofarme milieu en zo een dikke laag veen vormden. Bovenop dat veen groeide vervolgens veenmos, dat de onderlaag afsloot voor zuurstof. De moerassigheid maakte het gebied, met de kennis van toen, ondoorgankelijk en ongeschikt voor bewoning en ontginning. Rond het begin van de jaartelling beproefden boeren enige tijd bewoning op de zandruggen in de Stellingwerven. Zij werden echter door aanwas van het venige moeras verdreven. Eerst in de beginjaren van het 2e millennium ontstonden vanuit Drentse dreven initiatieven tot polderen, ontginning en vaste bewoning. Zo ook in Fochteloo, dankzij de opgestulpte zaan (zandrug) die van zuid naar noord in dit gebied ligt.
De Vogel Ryd
Ten oosten van de plek waar u nu staat, ligt natuurgebied Fochtelooërveen, restant van dit ooit zo gevormde hoogveen. De eerste Saksische boeren die in Fochteloo neerstreken vanaf ± de 11e eeuw, wierpen naderhand een dijkje op om het zure water uit het hoogveen tegen te houden. Zuur water, dat door de bolvormige oppervlakte van het veen steeds naar de randen stroomde.
Iets verderop was er een lek onder die Leidijk, waaruit een beekje ontsproot. Het eerste deel stroomde ondergronds, “een kwart uur gaans” verderop kwam de waterlossing tevoorschijn en stroomde uit in het Grootdiep ter hoogte van de Leegemaad en de Koemaad. De straatweg, waar u nu op staat, werd bij de veenontginning omstreeks 1973 verhard en werd logischerwijs vernoemd naar die oorspronkelijke afwatering met de naam Vogelrijd.