Johan Terpstra terug in de tijd in het Nationaal Vlechtmuseum
Johan Terpstra (56) is radio-dj/programmamaker bij Omrop Fryslân. Reizen is zijn lust en zijn leven. Samen met zijn vrouw bezocht hij landen als Cuba, Zuid-Afrika, De Malediven, China, Mexico, je kunt het zo gek niet bedenken of de Terpstra’s zijn er geweest. Tijdens zijn bezoek aan het Nationaal Vlechtmuseum in Noordwolde doet hij een stap terug in de tijd.
“Mooi dat een stuk historie met dit museum bewaard is gebleven”
Eigen wijze
“Ik zag een plaatje voorbij komen met het Woudagemaal onder stoom omdat het vanwege de hoge waterstand bij moest springen. Ik was nog nooit in het Woudagemaal geweest terwijl het een Unesco Werelderfgoed is. Schandalig. En zo dichtbij. Dan is het corona kun je nergens naartoe op vakantie, je bent gebonden aan je eigen omgeving en provincie en merk je dat dat ook geweldig is. Wij gingen musea bezoeken en zo kwamen we terecht in het Woudagemaal. Wat een ervaring, je weet niet wat je ziet. Allemaal koper, het is gepoetst, het blinkt, het is gewoon fantastisch. Ik heb me werkelijk verbaasd. En dan kom je er achter dat Friesland erg mooi is, dat musea het verdienen om bezocht te worden om er achter te komen hoe het vroeger ging.”
“ Musea verdienen het om bezocht te worden ”
Knokken voor hun bestaan
“Recent zijn we naar het Nationaal Vlechtmuseum in Noordwolde geweest. Een heel ander gebied dan bijvoorbeeld De Wâlden of De Greidhoeke. Die verscheidenheid maakt Friesland ook zo mooi. Dat merk je als je je er in gaat verdiepen, bijvoorbeeld door het bezoek aan musea. We hebben ook het Jopie Huisman museum, het Fries Museum en het Planetarium bezocht. Dat is ook zoiets verbazingwekkends. Hoe die man dat 250 jaar geleden heeft kunnen bedenken. En (lachend) dat zijn vrouw al die gaten in het plafond allemaal goedvond. In Noordwolde ga je terug in een tijd waarin de mensen knetterhard moesten werken om een paar centen te verdienen. De armoede druipt er vanaf. Ik kan me zo voorstellen dat hele gezinnen met een stapel wilgentenen op de vloer gezamenlijk aan het vlechten waren. Eerst was dat klein spul zoals mandjes en mattenkloppers later werden ook stoelen gemaakt, al gebeurde dat niet bij de mensen thuis denk ik. Vroeger had iedereen zulke stoelen, mijn pake en beppe ook. Het is uiteindelijk een hele industrie geworden waarin vrijwel iedereen in het dorp werkzaam was. Even om het belang aan te geven: er was zelfs een rietvlechtschool waar je het vak kon leren. Leuk is dat het Nationaal Vlechtmuseum nu in deze voormalige school is gevestigd, ze hadden het niet beter kunnen bedenken. Ik heb begrepen dat het gebouw tegenwoordig een Rijksmonument is.”
“ Een tijd waarin de mensen knetterhard moesten werken om een paar centen te verdienen ”
Zien, voelen, ruiken
“Het is heel mooi dat je in zo’n klein dorpje komt, met een heel groot pand waar ze laten zien hoe dat vroeger ging. We hebben ook de audiotour gedaan. Die gidst je als het ware door het museum en geeft veel informatie. Door de vele geluids- en beeldfragmenten waarin ook ontwerpers en vormgevers van nu aan het woord komen, krijg je een goed beeld van de industrie en de vele toepassingen, zelfs industriële. Met die wetenschap is het niet vreemd dat Noordwolde bekend stond als Vlechtdorp van Nederland. Het is mooi dat een stuk historie met dit museum bewaard is gebleven, dat je kunt zien, voelen en zelfs ruiken hoe het vroeger was. Alleen passen die stoelen niet meer in de hedendaagse interieurs. Dat is net als met een Friese staartklok. Mijn vader had een Friese staartklok. Hij had hem verzekerd voor drieduizend euro, maar toen hij kwam te overlijden wilde niemand hem hebben. Dus maar verkopen, maar ik kreeg hem voor vijftig euro niet eens verkocht.”
Tijden herbeleven in het museum
“Door de museumbezoeken en het werk dat ik nu doe bij Omrop Fryslân ben ik erachter gekomen dat je het ver kunt zoeken, maar dat het dicht bij huis ook mooi is. De cultuur spreekt me erg aan. Bij de Omrop schakel ik tijdens de wedstrijden van de SKS vanuit de studio met de verslaggevers in het wedstrijdveld. Die traditie, de cultuur daar word ik erg enthousiast van, geweldig om dat van dichtbij mee te maken. De sfeer van vroeger voel je bijvoorbeeld ook in het Skûtsjemuseum in Eernewoude. Dat de oppervlakte waar de lading kon staan veel belangrijker was dan de ruimte waar het gezin op elkaar leefde, vaak niet meer dan een paar vierkante meter. Dat de huisraad samen met het gezin bij wijze van spreken op de kant werd gezet omdat de lokale kroegbaas een wedstrijd met prijzengeld had uitgeschreven. Zo is het huidige skûtsjesilen ontstaan. Met tegenwind in nauwe sloten en vaarten moest er gejaagd worden. Dat waren tijden die je herbeleeft in musea.”
Misschien vind je dit ook interessant
-
Open Museum Maand
-
Alle museumblogs